Recepten > Wiener Schnitzel
De Wiener Schnitzel heeft een heel leven achter zich. Toen de legendarische veldmaarschalk Radetzky halverwege de vorige eeuw in Italië oorlog voerde, liet hij Wenen weten dat de Milanezen hun schnitzels voor het bakken door paneermeel wentelden. In Wenen probeerde men dit direct uit, niet wetende dat de Italianen het recept hadden overgenomen van de Spanjaarden, die het tijdens de Moorse bezetting hadden afgekeken van de Arabieren, die deze techniek uit Byzantium hadden meegebracht. Dus eigenlijk is de Wiener Schnitzel een Byzantijnse schnitzel.
Een authentiek Wiener Schnitzel wordt van eersteklas rundvlees gemaakt, dan men dun van het spierstuk snijdt en zo kundig en droog braadt dat u erop zou kunnen gaan zitten zonder dat het vlees een vetvlek achterlaat. Het eigenlijke geheim ligt hem in het feit dat de paneerlaag er maar heel los op ligt en dat het vlees bijzonder mals is.
Ingrediënten
- 200 g meel
- 2 geklopte eieren
- 200 g paneermeel
- 4 kalfsschnitzels
- zout
- 250 g varkensreuzel of olie
- 1 citroen
- 1 bosje peterselie
Bereidingswijze
- Meel, eieren en paneermeel in drie aparte borden klaarzetten. De schnitzels zacht bekloppen en met het mespunt overal wat insnijden, licht zouten. Vervolgens na elkaar door het meel en de eieren halen en door het paneermeel wentelen.
- In een grote pan de reuzel of olijfolie verhitten en de gepaneerde schnitzels aan beide kanten 3 à 4 min. Braden. Erop letten dat de schnitzels noch elkaar, noch de panrand raken. Tijdens het braden de pan schudden, zodat de schnitzels in beweging blijven. Let erop bij het keren niet in het vlees te prikken.
- Wanneer de schnitzels goudbruin zijn, op keukenpapier laten uitlekken en op een voorverwarmde schaal met plakje citroen en peterselie serveren.
Dien eventueel op met aardappelsalade. In Wenen serveert men als klassieke bijgerechten gebakken aardappelen, sinaasappelschijfjes met rode bosbessen en verse sla.