De Semmeringbahn is een van de highlights van de Oostenrijkse spoorwegen. Deze werd in 1854 geopend en was het eerste traject dat over een normaal spoor liep. Sinds 1998 staat dit spoor op de UNESCO werelderfgoedlijst.
De Semmering-spoorweg werd al in zijn tijd beschouwd als een “harmonieuze combinatie van technologie en natuur”. Indrukwekkend en fascinerend slingert de baan zich langs steile rotswanden, over bruggen en viaducten, waarna deze verdwijnt in één van de 15 tunnels.
De trein biedt een prachtig uitzicht op de regio Semmering. Met de uitvinding van de spoorweg was het voor het eerst mogelijk om in een korte tijd routes af te leggen die voorheen dagtochten vereisten.
Aartshertog Johann had het idee om via de Semmering een spoorlijn van Wenen naar Triëst te laten lopen en zo Hongarije te meiden. In 1841 tekende de toenmalige staats-minister Karl Friedrich Kübeck het contract voor de aanleg van een spoorlijn naar Triëst. In 1844 bestonden de spoorlijnen van Wenen naar Gloggnitz en van Mürzzuschlag naar Graz en nu was het noodzakelijk om een verbinding tot stand te brengen tussen deze twee routes.
Over het probleem, hoe de Semmering te overwinnen, kwam het tot een fel geschil met deskundigen. In deze context kwam de persoonlijkheid en het technische genie van Carl von Ghegas in het spel. in 1848 werd het plan goed gekeurd, onder andere voor de bestrijding van de werkloosheid. Carl Ghega, werd aangesteld als opzichter. In een recordtijd van slechts zes jaar werd het Semmering-traject gebouwd als eerste volledige spoorlijn in Europa. Moeilijke geologische omstandigheden, ravijnen en bergruggen belemmerden de aanleg van spoorbanen, zodat de extra constructie van tunnels, Viaducten en bruggen onvermijdelijk waren. Tot 20.000 werknemers waren druk bezig met de constructie, uitgerust met slechts een paar bouwmachines en buskruit met een laag explosievermogen. Ongeveer 1.000 mensen verloren hun leven, deels door ongelukken, maar vooral door tyfus en cholera.
Er was echter nog een ander probleem op te lossen: Het vinden van een stoomlocomotief die de enorme helling over de Semmering zou kunnen overwinnen. Twee jaar na de start van de bouw werd een wedstrijd voor berglocomotieven georganiseerd. Alle vier de locomotieven (Bavaria, Vindobona, Wiener Neustadt en Seraing) voldeden aan de eisen en waren geschikt voor de Semmering-route. Wilhelm von Engerth kreeg de opdracht om de plannen van de vier concurrerende locomotieven te coördineren. Uit deze plannen ontstond de reeks oude typische Semmering-locomotieven. Op 23 oktober 1853 reed een locomotief voor het eerst over de hele route. Op de 16e mei 1854 trrf de keizer en de keizerin over de spoorlijn en op 17 juli 1854 werd de spoorlijn geopend en plechtig overgedragen aan het passagiersverkeer.
Tot op de dag van vandaag is er niet veel veranderd aan de route, alleen de langste tunnel, de Semmering Tunnel, moest worden herbouwd. Vanwege het binnendringen van water waren delen van de tunnel instortingsgevaarlijk en in 1952 werd de nieuwe tunnel met een lengte van 1511,5 m geopend.
De Semmering-spoorweg overwint een hoogteverschil van 457 m, wat tot dat moment als onmogelijk werd gezien, het hoogste punt is 896 m. De route bestrijkt ongeveer 41 km, 16 viaducten (inclusief meerdere met twee verdiepingen), 15 tunnels en 100 bakstenen boogbruggen of spoorbruggen. De bouwer heeft bij de bouw geen staal en ijzer gebruikt.
In 1998 werd de Semmering-spoorweg door het UNESCO-werelderfgoedcomité tot werelderfgoed verklaard omdat het “een uitstekende technische oplossing voor een groot fysiek probleem bij de aanleg van voormalige spoorwegen” was. Om het genie van de architectuur van Carl Ritter von Ghega te herdenken, is er een monument op het station Semmering.